Het gerechtshof Den Haag veroordeelt een vader voor het schudden met zijn baby, waarna zwaar lichamelijk letsel is ontstaan

Veroordeling zware mishandeling door gerechtshof Den Haag

Op 26 april 2017 heeft het gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij een baby zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen doordat hij door elkaar is geschud.

Het gerechtshof Den Haag veroordeelt een vader voor het schudden met zijn baby, waarna zwaar lichamelijk letsel is ontstaan

Verdachte werd in deze zaak verdacht van poging tot doodslag dan wel zware mishandeling. Hij werd ervan verdacht dat hij zijn zoontje, die geboren is op 2 mei 2010, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, door het slachtoffer opzettelijk krachtig vast te pakken en door elkaar te schudden, in de lucht te gooien en te laten vallen, tegen het hoofd en lichaam te slaan en stompen dan wel tegen een hard voorwerp te slaan of drukken. Door deze gedragingen heef het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opgelopen, te weten meerdere ribfacturen, vochtophopingen in de schedel, bloedingen in het hoofd, een breuk in de ellepijp van de linker onderarm, netvliesbloedingen en hersenletsel. In eerste aanleg is verdachte veroordeeld voor poging doodslag en is hem een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 24 maanden.

Door het gerechtshof Den Haag zijn de volgende feiten en omstandigheden vastgesteld. Het slachtoffer is op 2 mei 2010 geboren. Op 3 juni 2010 is hij uit het ziekenhuis ontslagen en ging hij met zijn ouders mee naar huis.  Op 17 juni is het slachtoffer in het ziekenhuis onderzocht, alles was toen in orde, hij was helemaal gezond. Op 4 augustus is het slachtoffer in de avond gezien door een huisarts. Hij zou zich hebben verslikt tijdens het drinken. De arts merkte echter niets verontrustends op. Op 5 augustus is hij nogmaals in het ziekenhuis onderzocht, er was toen niks met het kindje aan de hand.  Op 5 en 6 augustus heeft het slachtoffer gelogeerd bij de ouders van de verdachte. Op 7 augustus is het slachtoffer rond het middaguur naar huis gebracht, vanaf wanneer de verdachte alleen was met het slachtoffer. Om 15.42 uur belde de verdachte 112, hij meldde dat zijn zoontje wit en slap was geworden en hapte naar lucht. Eenmaal ter plaatse werd geconstateerd dat het slachtoffer slap was en na adem hapte, dat hij een langzame hartslag had en dat hij er levenloos uitzag, waarna hij naar het ziekenhuis is gebracht. In het ziekenhuis is het letsel, zoals hierboven uiteengezet, geconstateerd.

De verdachte geeft aan geen herinneringen meer te hebben aan de uren voor het incident. Gelet hierop is bekeken of op basis van de bevinden van de artsen de oorzaak van het letsel kan worden vastgesteld. De artsen menen dat er meest waarschijnlijk sprake is geweest van een schudincident, vóór het ontstaan van de noodsituatie waarin het slachtoffer zich bevond. Een eerder incident met als gevolg het ziektebeeld kan volgens de artsen niet.

 

Verweer van de strafrechtadvocaat in deze zaak over zware mishandeling

De strafrechtadvocaat van de verdachte noemt een aantal alternatieve scenario’s waardoor het letsel ontstaan zou zijn. Het gerechtshof concludeert dat de genoemde alternatieve oorzaken geen verklaring kunnen zijn voor de bij het slachtoffer vastgestelde klinische verschijnselen, de bloedingen onder het harde hersenvlies en de netvliesbloedingen.

Vervolgens werd er gekeken of er tot een bewezenverklaring van poging tot doodslag gekomen kon worden. Hiertoe dient vast te worden gesteld of de opzet van de verdachte op de dood van zijn zoontje was gericht.  Het Hof is van oordeel, mede aan de stukken die door de strafrecht advocaat van de verdachte zijn ingebracht, dat niet kan worden vastgesteld dat er sprake was van onvoorwaardelijke opzet. Daarnaast kan het Hof niet vaststellen dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans op de dood heeft aanvaard, waardoor hij wordt vrijgesproken van poging tot doodslag.

Gelet is de bewijsstukken is het Hof van oordeel dat de verdachte, door zijn zoontje met kracht te schudden zonder daarbij het hoofdje te ondersteunen, willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn zoontje hierdoor zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Het Hof acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling. Het Hof legt de verdachte een gevangenisstraf op voor de duur van 197 dagen, evenals een schadevergoeding.

Mede door de strafrechtadvocaat van de verdachte is in deze zaak een zo laag mogelijke straf opgelegd. Indien u verdachte bent in een soortgelijke zaak kunt u zich eveneens laten bijstaan door een ervaren strafrecht advocaat. Zaken zoals deze zijn vaak erg emotioneel, het is dan niet verstandig om zelf het woord te doen in de rechtbank. Laat u bijstaan door een ervaren raadsman en sta er in uw strafzaak niet alleen voor!

Indien u hier klikt kunt u meer over de zaak lezen.