Vrijspraak fiscale fraudezaak door gerechtshof ’s-Hertogenbosch

Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft op 10 juni 2017 een verdachte in een fiscale fraudezaak, in hoger beroep, vrijgesproken.

Vrijspraak fiscale fraudezaak

Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft op 10 juni 2017 een verdachte in een fiscale fraudezaak, in hoger beroep, vrijgesproken.

De verdachte werd tenlastegelegd dat hij leiding heeft gegeven aan het opzettelijk of onjuist doen van belastingaangifte ten name van een besloten vennootschap in 2007 en 2008. Dit heeft ertoe geleid dat telkens te weinig belasting werd geheven.

De verdachte is in eerste aanleg veroordeeld voor het medeplegen van het doen van onjuiste of onvolledige belastingaangifte. Hiertoe is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaar en tot een taakstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair voor 120 dagen hechtenis.

Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld. Het bedrijf is van 2000 tot 2005 gevestigd geweest in Stein met een showroom, kantoren en een werkplaats. Daarnaast werden er bedrijfsruimtes gehuurd in Beek en Landgraaf. Medio 2005 is het bedrijf verhuisd naar België. Na onderzoek is gebleken dat onder andere de inkoop, de productie, het logistieke proces en de boekhouding plaatsvonden in Maaseik. Dit zorgde ervoor dat in ieder geval in 2007 en 2008 geen ondernemingsactiviteiten meer in Stein werden verricht, enkel de showroom was nog, op afspraak, open. Volgens het Hof had de showroom een ondergeschikte rol ten behoeve van de ondernemingsactiviteiten in België. Hierdoor kan de showroom niet als een onderneming in Nederland worden aangemerkt.

Ondernemingen in Nederland zijn verplicht belasting te betalen. Volgens de wet zijn dit ondernemingen die voldoen aan het vestigingsvereiste, wat inhoudt dat het bedrijf of onderdelen van het bedrijf in Nederland moeten zijn gevestigd. Gelet op het feit dat het bedrijf al vanaf 2005 naar België is verplaatst en gezien de geringe rol van de showroom, is het bedrijf voor 2007 van rechtswege ontbonden. Het Hof volgt het standpunt van de strafrecht advocaat van verdachte en komt tot de conclusie dat het bedrijf in 2007 en 2008, dus in de periode van het tenlastegelegde feit, niet meer bestond. Een niet meer bestaande belastingplichtige is geen omzetbelasting verschuldigd.

Het Hof oordeelde op 20 juni 2017 dan ook dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan wat ertoe heeft gestrekt dat er te weinig belasting is geheven. Het Hof heeft de verdachte dan ook vrijgesproken.

De advocaat van verdachte heeft er dankzij zijn pleidooi voor gezorgd dat verdachte werd vrijgesproken. Indien u verdachte bent in een fiscale fraudezaak kunt u zich laten bijstaan door een FIOD strafrechtadvocaat. De strafrecht advocaat zal een zo laag mogelijke straf, of zelfs vrijspraak indien mogelijk, voor u bereiken.

Klik hier voor de uitspraak.