Vrijspraak mishandeling voor ‘brandmerken’ kinderen tijdens ontgroeningsritueel scoutingkamp

Vrijspraak mishandeling voor ‘brandmerken’ kinderen tijdens ontgroeningsritueel scoutingkamp

De rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, heeft op 11 oktober jongstleden een uitspraak gedaan over mishandeling.

Vrijspraak mishandeling voor ‘brandmerken’ kinderen tijdens ontgroeningsritueel scoutingkamp

De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft uitspraak gedaan in een zaak over mishandeling, waarbij kinderen tijdens een ontgroeningsritueel werden gestempeld met een hete stempel.

 

Feiten en omstandigheden

De verdachte in deze zaak stond terecht voor zware mishandeling met voorbedachte raad, dan wel zware mishandeling. De slachtoffers zijn lid van een scoutinggroep. Ieder jaar vindt er een scoutingkamp plaats voor kinderen tussen de elf en de zestien jaar oud. Er is een ontgroeningsritueel voor kinderen die voor de eerste keer meegaan op dit kamp. Een onderdeel van dit ontgroeningsritueel is het zogenaamd ‘brandmerken’ van kinderen met blauwe inkt. De slachtoffers in deze zaak moesten meerdere handelingen verrichten in het kader van dit ritueel, waaronder het drinken van een vies drankje en op hun rug gestempeld worden met de letters ‘FN’. In deze zaak gaat het om het stempelen.

Er stond tijdens dit ritueel een vuurschaal op het kamp. In de vuurschaal lagen blokken hout. Voor aanvang van het stempelen brandde het vuur al ongeveer vijftien minuten. Bij het vuur lag een ijzeren staaf met aan het uiteinde een stempel met de letters ‘FN’. Verder stond er bij het vuur een bakje met blauwe inkt. De bedoeling was dat de stempel in de inkt werd gedoopt om het vervolgens op de rug van een kind te drukken om zo een brandmerk voor te stellen. Als een kind gestempeld werd kreeg het vooraf de instructie om tijdens het ritueel te schreeuwen, om het zo echt mogelijk te laten lijken voor de anderen.

Het eerste slachtoffer zag dat in de vuurschaal de stempel lag en dat de verdachte die uit het vuur pakte, waarna hij een heet stuk ijzer op zijn rug voelde. Als gevolg hiervan heeft hij een tweedegraads brandwond opgelopen, welke de letters ‘FN’ heeft achtergelaten. Het andere slachtoffer heeft als gevolg van het ritueel eveneens een brandwond opgelopen, waarvan na acht dagen nog een vage afdruk van de letter ‘F’ te zien was. Het laatste slachtoffer heeft verklaard dat op het moment dat zij tegen de verdachte zei dat de stempel echt wam was, de verdachte daarop antwoordde dat hij eraan had gevoeld en dat de stempel niet warm was. Ook dit laatste slachtoffer heeft aan het ritueel een brandwond overgehouden, de letter ‘F’ is duidelijk zichtbaar.

 

Standpunt strafrechtadvocaat verdachte

De strafrecht advocaat van de verdachte heeft gesteld dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. De raadsman bepleit hiertoe dat er sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden en dat deze omstandigheden in dit geval moeten worden gekwalificeerd als schuld.

 

Oordeel rechtbank Middelburg

De rechtbank oordeelde dat de kans dat iemand met een ijzeren staaf die kort daarvoor in aanraking is geweest met vuur gestempeld wordt en daardoor een brandwond oploopt, naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Dit is immers een reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid. Het is een feit van algemene bekendheid dat op een huid van een jonge kwetsbaar persoon eerder letsel ontstaat dan bij volwassenen. De rechtbank oordeelt daarnaast dat er geen sprake was van bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans op letsel, omdat de verdachte voor het stempelen er vanuit ging dat de stempel niet te warm was en de stempel nog slechts kort door het vuur is gehaald. De rechtbank stelt dat het onderzoek naar de warmte van de stempel betekent dat de verdachte er vanuit is gegaan dat het gevolg van het stempelen, het ontstaan van letsel, niet zou intreden.

Al met al is de rechtbank Middelburg van oordeel dat er geen sprake is van voorwaardelijk opzet, maar wel van schuld in de zin dat de verdachte met grove onachtzaamheid verwijtbaar heeft gehandeld. De handelingen zijn ten laste gelegd als opzetdelicten en er is geen schuldvariant opgenomen (zwaar lichamelijk letsel door schuld). Hierdoor komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat er een gebrek is aan voldoende wettig en overtuigend bewijs van de tenlastegelegde feiten, waardoor de verdachte moet worden vrijgesproken. Dit sluit aan bij het standpunt van de strafrecht advocaat, die stelde dat er niet tot een bewezenverklaring gekomen kon worden.

 

Strafrechtadvocaat mishandeling

Wanneer u zelf wordt verdacht van mishandeling kunt zich eveneens laten bijstaan door een ervaren strafrecht advocaat. De advocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te kunnen voeren. Zo zal er voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak (net als in deze zaak), worden bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor mishandeling direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.