Vrijspraak poging doodslag door gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Op 2 februari 2017 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak over poging tot doodslag.

Vrijspraak poging doodslag vriendin

Verdachte is in eerste aanleg veroordeeld voor poging doodslag. Verdachte is hiertoe veroordeeld aangezien de rechtbank van mening was dat de verdachte opzettelijk en met voorbedachten rade het slachtoffer, zijn vriendin, heeft geprobeerd van het leven te beroven, door verdachte na kalm beraad en rustig overleg met een vuurwapen door het hoofd te schieten. Aan verdachte is een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van zes jaren.

De strafrechtadvocaat van verdachte stelt zich allereerst op het standpunt dat de verdachte, op verzoek van het slachtoffer, een vuurwapen heeft gekocht. Op de avond van het ongeval ziet verdachte op enig moment dat zij zich, met het vuurwapen, door het hoofd schiet. Verdachte heeft het slachtoffer direct naar het ziekenhuis gebracht. Daarnaast geeft de strafrecht advocaat aan dat het slachtoffer verdachte pas laat aanwijst als degene die haar zou hebben neergeschoten. De verdediging heeft twijfels bij het betrouwbaarheidsgehalte va het slachtoffer. Het is zeer waarschijnlijk dat het slachtoffer is beïnvloed door haar halfzuster. Een deskundige concludeert dat de verklaringen van het slachtoffer niet kunnen berusten op een herinnering. Deze verklaringen zijn door haar geconstrueerd op basis van hetgeen zij van anderen heeft gehoord. Er zijn geen getuigen bij deze zaak betrokken.

Daarnaast voert de strafrecht advocaat aan dat uit een chatgesprek van het slachtoffer met een vriendin, kort voor het incident, blijkt dat het slachtoffer het leven zat was. Ook geeft de strafrechtadvocaat aan dat de politie steken heeft laten vallen bij het sporenonderzoek. Zo zijn er bij het slachtoffer geen schiethanden afgenomen. Voorts is pas na zes weken onderzoek verricht op de plaats delict.

Verder bepleit de strafrecht advocaat van verdachte van poging tot doodslag dat indien verdachte per ongeluk met wapen zou hebben geschoten, dat alsnog geen aanwijzing zal geven van voorbedachten rade dan wel opzet of voorwaardelijke opzet, wat noodzakelijk is om poging tot doodslag op te kunnen leggen. Tevens bepleit de verdediging dat de veroordeling gebaseerd is op uiteenlopende verklaringen van het slachtoffer en de verdachte en dat zich in het dossier slecht vage verklaringen over geruchten met betrekking tot het incident bevinden. Tot slot bestaat er geen motief aan de kant van de verdachte.

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden concludeert dat enkel de verdachte en het slachtoffer aanwezig waren op het moment van het ongeval. De verklaringen van beiden is in de loop van het onderzoek meerdere keren gewijzigd. Op basis van het bewijs dat voorhanden is en hetgeen de strafrecht advocaat van verdachte heeft bepleit kan het Hof niet komen tot de conclusie dat het verdachte is geweest die het schot op het slachtoffer heeft gelost. Het Hof spreekt de verdachte dan ook vrij van poging tot doodslag.

In deze zaak is verdachte, mede door het pleidooi van de strafrechtadvocaat van de verdachte, vrijgesproken. De verdachte hoeft dus niet zes jaar de gevangenis in. Indien u verdachte bent in een zaak met betrekking tot poging doodslag kunt u zich eveneens laten bijstaan door een ervaren strafrechtadvocaat. De strafrecht advocaat zal een zo laag mogelijke straf, of zelfs vrijspraak indien mogelijk, voor u bereiken.

Klik hier voor de uitspraak.