Marktplaatsoplichting? Strafbaar feit of niet?
Marktplaatsoplichting? Strafbaar feit of niet?
Op een vrijdagmiddag in juni moest een cliënt van ons kantoor voorkomen bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda. De cliënt van ons kantoor werd ervan verdacht mensen te hebben opgelicht op marktplaats. Er waren meerdere personen die aangifte hadden gedaan dat zij goederen bij haar hadden besteld, maar dat zij deze goederen nooit geleverd hadden gekregen ondanks dat zij daar wel voor hadden betaald.
De dame in kwestie was een vrouw die spulletjes op marktplaats verkocht om zo een zakcentje bij te verdienen. Ze verzond soms wel 200 pakketjes in de week via een POST NL punt bij haar in de buurt. Op enig moment overziet zij de hoeveelheid bestellingen niet meer en er ontstaat chaos. In deze chaos zijn er meerdere mensen die wel betaald hebben voor een artikel, maar dat nooit geleverd hebben gekregen. Deze mensen besluiten uiteindelijk aangifte te gaan doen.
De politie neemt doorgaans iedere aangifte die er wordt gedaan serieus en moet daar dan ook iets mee doen. In deze zaak heeft de politie de desbetreffende mevrouw uitgenodigd om haar kant van het verhaal toe te komen lichten. Dit klinkt heel mooi, maar het is en blijft wel een politieverhoor én ze wordt wel verdacht van het plegen van een strafbaar feit. Wij raden iedereen dan ook aan om direct na ontvangst van een oproepingsbrief voor een politieverhoor, contact op te nemen met een strafrechtadvocaat om te mogelijkheden van rechtsbijstand bij het politieverhoor van een strafrechtadvocaat te bespreken.
Het Openbaar Ministerie moet op basis van de in het dossier aanwezige informatie een beslissing nemen: wel of niet vervolgen? In deze zaak besloot de officier van justitie dat er voldoende bewijs was om een vervolging voor te zetten tegen de dame in kwestie. Er werd een tenlastelegging opgesteld met alle goederen waarvoor wel was betaald, maar die niet waren geleverd. De dagvaarding werd uitgebracht en ze moest dus op een vrijdagmiddag in juni voorkomen bij de rechtbank in Breda.
Na ontvangst van de dagvaarding twijfelde de mevrouw geen seconde en ging ze op zoek naar een strafrechtadvocaat. Eerder dacht zij dat het allemaal wel los zou lopen. Ze had met veel klanten een betalingsregeling getroffen en haar excuses aangeboden. Ze had nooit verwacht dat ze als verdachte aangemerkt zou worden in een strafzaak. Ze belde dus een strafrechtadvocaat en liet zich ter zitting ook bijstaan door deze strafrechtadvocaat.
Ter zitting bepleitte de strafrechtadvocaat een vrijspraak voor de mevrouw. De officier van justitie was het daar niet mee en eist een hoge werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met een proeftijd van twee jaren. Gelukkig was de rechter het wel met de strafrechtadvocaat eens. Ze werd vrijgesproken en de door de benadeelde partijen ingediende vorderingen tot schadevergoeding hoeft ze ook niet te betalen. De officier van justitie had twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak maar heeft dat niet gedaan. De strafzaak is daardoor onherroepelijk geworden en haar vrijspraak staat daarmee vast!
Meld u aan voor de nieuwsbrief