Strafrechtadvocaat in een openlijke geweldpleging zaak

Strafrechtadvocaat in openlijke geweldpleging zaak

Twee broers stonden terecht in een zaak voor de meervoudige strafkamer.

Op 6 september 2016 ontstaat er op het Vinkplein in Almelo een gevecht waarbij meerdere mensen met elkaar op de vuist gaat, messen worden getrokken en met honkbalknuppels wordt geslagen. Er worden uiteindelijk vijf jongens door de politie aangemerkt als verdachte. Er worden veel verklaringen afgelegd, er zijn ook veel mensen die geen verklaringen durven af te leggen. Uiteindelijk zijn er ook mensen die met hun mobiele telefoon hebben gefilmd én uiteindelijk deze beelden ook aan de politie hebben overhandigd.

 

Behandeling bij de Meervoudige Strafkamer

In deze zaak werden vijf jongemannen aangemerkt als verdachte van openlijke geweldpleging. De zaken worden behandeld door de Meervoudige Strafkamer van de rechtbank Almelo. In de ochtend werden de zaken van drie verdachten behandeld en in de middag stonden de overige twee zaken op zitting gepland. De zaken werden met een reden los van elkaar behandeld: de verdachten leefden thans nog steeds in onmin met elkaar en de bedreigingen vlogen over en weer… Het voorgaande was een van de redenen om de zaken ‘uit elkaar te trekken’ en niet iedereen in één zittingszaal samen te laten plaatsnemen.

 

Rechtsbijstand door een strafrechtadvocaat

Twee van de vijf verdachten werden bijgestaan door een strafrechtadvocaat van ons kantoor. De twee jongens waren broers van elkaar en er was geen sprake van een tegenstrijdigd belang. Door de strafrechtadvocaat is op zitting primair een vrijspraak bepleit en subsidiair werd een beroep gedaan op noodweer (de beide jongens zouden dan gehandeld hebben uit zelfverdediging). De officier van justitie had bij haar strafreis rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten en een geheel voorwaardelijke werkstraf geëist. Ondanks de eis van de officier van justitie én het pleidooi van de strafrechtadvocaat volgde een veroordeling met voor beide jongens een hoge onvoorwaardelijke werkstraf.

 

Veroordeling Meervoudige Strafkamer

Op 13 maart 2018 volgde de uitspraak van de Meervoudige Kamer van de Rechtbank Overijssel, locatie Almelo:

 

“Het oordeel van de rechtbank:
De rechtbank leidt uit de verklaringen van verdachte zelf, zijn vader en (…) af dat verdachte, (…) en (…) gezamenlijk toe zijn gelopen op de groep waar (…) onderdeel van uitmaakte om (…) te bevragen over zijn handelen jegens verdachte kort daarvoor. Dat gesprek mondde uit in een gevecht tussen eerst  verdachte en (…), waarna (…) en (…) zich ook in het gevecht hebben gemengd.

 

De rechtbank ziet in het vorenstaande geen feiten en omstandigheden die een beroep op noodweer rechtvaardigen. Hoewel verdachte heeft gezien dat zijn broertje in gevecht raakt en vervolgens een klap met een knuppel van (…) krijgt, heeft de vader van verdachte vervolgens ingegrepen door (…) weg te duwen. Op dat moment is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake meer van een ogenblikkelijk wederrechtelijke aanranding. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich had kunnen en moeten onttrekken aan de situatie, nu op het moment dat (…) door (…) is weggeduwd, het wegtopen voor verdachte en diens broertje en vader een reële en redelijke mogelijkheid was. De rechtbank verwerpt het beroep op noodweer.”

 

Strafrechtadvocaat adviseert hoger beroep

Gezien de feiten en omstandigheden in dit dossier, de strafreis ter zitting en de persoonlijke situatie waarin beide verdachten door dit voorval zijn komen te verkeren heeft de strafrechtadvocaat destijds ervoor gekozen om hoger beroep in te stellen in deze zaak. Het hoger beroep dient binnen twee weken na de uitspraak te zijn ingesteld én vanaf dat moment heeft de strafrechtadvocaat twee weken de tijd om aan te geven waarom zij het niet eens zijn met de uitspraak van de rechtbank.

Geschreven door Juridisch medewerker
Op