Rechtbank beëindigd voorlopige hechtenis verdachte vergismoord

Rechtbank beëindigd voorlopige hechtenis verdachte vergismoord

Op 22 maart jongstleden heeft de Rechtbank Amsterdam de voorlopige hechtenis van een van de verdachten van de vergismoord op Djordy Latumahina opgeheven.

Rechtbank beëindigd voorlopige hechtenis verdachte vergismoord

Djordy Latumahina (31) werd op 8 oktober 2016 onder vuur genomen in zijn auto, in een parkeergarage in Amsterdam-West. Hij stierf ter plekke. Zijn vriendin raakte ernstig gewond, hun tweejarig dochtertje werd net niet geraakt en bleef ongedeerd. Volgens het OM hebben de daders zich vergist en wilden zij iemand anders liquideren. Dat zou gaan om een man die in hetzelfde appartementencomplex woonde als Latumahina en in een soortgelijke auto reed.

Tegen de twee vermeende schutters, onder wie D., en de vermoedelijke ’organisator’ van de liquidatie was een gevangenisstraf van dertig jaar geëist. Tegen de twee andere hoofdverdachten werd 25 jaar geëist.  

De rechtbank bepaalde dat er onvoldoende bewijs was om hem voor moord en pogingen daartoe te veroordelen en  daarom dient verdachte op vrije voeten te worden gesteld. Zijn voorlopige hechtenis werd meteen opgeheven.

 

Verweer strafrechtadvocaat 

Het Openbaar Ministerie is verontwaardigd door het oordeel van de rechtbank. Hoewel de rechtbank pas op 9 mei uitspraak doet, laat het OM nu al weten in hoger beroep te gaan. Volgens de officier vertoont het uiterlijk van verdachte gelijkenissen met het signalement van de blanke, kale schutter en heeft verdachte in de week voorafgaand aan de moord contact gehad met enkele medeverdachten. De strafrecht advocaat van verdachte, mr. Ficq, noemt verdachte een ‘vergisverdachte’, volgens haar zijn er in ons land veel blanke kalende mannen en is er geen enkel hard bewijs.

 

Vrijblijvend contact ervaren strafrecht advocaat

Als strafrechtadvocaat staan wij veel cliënten bij in voorlopige hechtenis. Bijstand van een strafrechtadvocaat in de voorlopige hechtenis is van evident belang, omdat er juridisch verschillende mogelijkheden zijn de voorlopige hechtenis aan te vechten. Zo zou u schorsing kunnen vragen in verband met persoonlijke omstandigheden of kunnen aanvechten dat voorlopige hechtenis niet noodzakelijk is. Tussentijds is het mogelijk om een opheffingsverzoek in te dienen of in hoger beroep te gaan tegen diverse beslissingen van de rechtbank over de voorlopige hechtenis. Hiervoor gelden wettelijke termijnen en dit is slechts één keer mogelijk. Het is dus verstandig goed te kiezen wanneer u hiervan gebruik maakt.