OM eist celstraffen voor ontucht met een minderjarige

Bij de rechtbank in Breda zijn in de afgelopen week én de komende week meerdere zittingsdagen uitgetrokken voor de behandeling van een zeer grote strafzaak. In deze strafzaak gaat het om een minderjarig meisje die gedwongen is tot prostitutie. Het gaat in deze zaak om mannen die tegen betaling seks zouden hebben gehad met een meisje uit een Noord-Brabantse stad.

Feiten en omstandigheden

Op 14 augustus 2023 is het strafrechtelijk onderzoek ‘Kleinpolderplein’ opgestart. In het kader van dit onderzoek zijn meerdere verdachten van mensenhandel geïdentificeerd, die een minderjarig slachtoffer in de prostitutie zouden hebben uitgebuit. Tijdens het verhoor van dit slachtoffer, heeft zij zeven andere meisjes aangewezen die ook als sekswerker voor een van haar vermeende uitbuiters werkzaam zouden zijn geweest. Eén van deze meisjes als minderjarige tegen betaling seksuele diensten hebben verleend. Naar aanleiding van de verklaringen van dit meisje heeft de politie onderzoek gedaan naar haar prostitutieklanten en zijn er meerdere mannen als verdachte aangemerkt in deze zaak.

Juridisch kader (artikel 248b oud)

In artikel 248b van het Wetboek van Strafrecht (oud) is strafbaar gesteld de prostituant die seksueel contact heeft met een prostituee die zestien of zeventien jaar oud is. De verdachte hoeft niet bekend te zijn met de leeftijd van het slachtoffer. De leeftijd is geobjectiveerd; opzet of schuld is niet vereist. De bescherming van de minderjarige staat centraal, wat betekent dat de verdachte een vergaande onderzoeksplicht heeft om achter de (werkelijke) leeftijd van de betrokken (gesteld) meerderjarige te komen.

Daarnaast geldt dat, zoals vaker in zedenzaken het geval is, het bewijs voor het ten laste gelegde feit voornamelijk bestaat uit de verklaring van aangeefster, zijnde de persoon die stelt het slachtoffer van de seksuele handelingen van verdachte te zijn geworden.

Dat betekent dat de rechtbank voorzichtig moet kijken naar de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster en de vraag of die verklaring voor het bewijs kan worden gebruikt.

Vervolgens moet worden beoordeeld of het dossier voldoende steunbewijs voor deze verklaring bevat. Op grond van de wet kan een feit namelijk niet worden bewezen op basis van de verklaring van één getuige; daarvoor is meer bewijs vereist. Dit geldt voor de hele tenlastelegging. Het is niet nodig dat het dossier voor elk onderdeel van de tenlastelegging twee bewijsmiddelen bevat. Bij zedenzaken geldt daarbij in het bijzonder dat het niet nodig is dat het ten laste gelegde misdrijf zelf wordt bevestigd in ander bewijs. Het is voldoende als de verklaring van aangeefster op onderdelen wordt ondersteund door ander bewijs, afkomstig uit een andere bron.

Politieverhoor

De personen die als verdachte zijn aangemerkt in deze zaak zijn allemaal op enig moment door de politie (buiten heterdaad) aangehouden. Een deel van deze mensen hebben een verklaring afgelegd, een deel van deze mensen hebben zich op hun zwijgrecht beroepen. Een deel van deze mensen hebben een bekennende verklaring afgelegd en een deel van deze mensen hebben een ontkennende verklaring afgelegd. Tijdens het verhoor hadden de verdachtn recht consultatie- en rechtsbijstand van een strafrechtadvocaat. Na afloop van het afnemen van deze politieverklaringen zijn de zaken ingestuurd naar het Openbaar Ministerie.

Beslissing van het Openbaar Ministerie: vervolgen

Als het Openbaar Ministerie een zaak van de politie ontvangt, dan zal er een vervolgingsbeslissing genomen moeten worden. De officier van justitie kan ervoor kiezen om de zaak te seponeren vanwege onvoldoende wettig en overtuigend bewijs of hij kan ervoor kiezen om te dagvaarden. In deze zaken is er voor gekozen om alle verdachte te dagvaarden voor de Meervoudige Kamer van de rechtbank. Dit betekent dat er door drie rechters wordt beslist of er een veroordeling dient te volgen.

Behandeling bij de rechtbank

De rechtbank heeft in deze omvangrijke zaak ervoor gekozen om de zaken los van elkaar te behandelen. De rechtbank heeft er wel voor gekozen om deze zaken achter elkaar te behandelen en heeft daar meerdere zittingsdagen voor uitgetrokken. Het Openbaar Ministerie heeft in meerdere zaken al gevangenisstraffen geëist tot vier maanden. De komende dagen verschijnen er nog meerdere verdachten voor de rechter. Omdat er meerdere verdachten zijn betrokken die worden bijgestaan door een strafrechtadvocaat, is de datum in overleg met de strafrechtadvocaten tot stand gekomen. 

Uitspraak van de rechtbank

In deze zaak hebben eerder al de drie hoofdverdachten voor de rechter zich moeten verantwoorden. Volgens justitie waren zij degene die het meisje hebben geronseld en die de klanten voor haar regeleden. Tegen deze drie hoofdverdachten is een gevangenisstraf geëist tot 4,5 jaar. De rechtbank heeft ervoor gekozen om in deze zaken op één gezamenlijk tijdstip uitspraak te doen in plaats van twee weken na de inhoudelijke behandeling. De uitspraken zullen derhalve volgen op 11 december 2025. De strafrechtadvocaat krijgt een afschrift van deze uitspraak opgestuurd door de rechtbank.